Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wegenverkeerswet 1994

 

Artikel 50
1
De aanvrager van een kentekenbewijs dient persoonlijk te verschijnen bij een bij ministeriële regeling aan te wijzen instantie, tenzij:
a
de aanvraag namens hem wordt ingediend door degene aan wie door de Dienst Wegverkeer een erkenning als bedoeld in artikel 62 is verleend dan wel, indien dit een rechtspersoon is, door diens gemachtigde, en deze voldoende zekerheid heeft verkregen over de identiteit van de aanvrager. Daartoe legt de aanvrager een document als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Paspoortwet, een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 dan wel een rijbewijs als bedoeld in artikel 108, eerste lid, onderdeel h voor zover de aldaar bedoelde registratie heeft plaatsgevonden, over. Degene die namens de aanvrager de aanvraag indient, legt bij de bij ministeriële regeling aan te wijzen instantie het document bedoeld in de tweede volzin over, alsmede de volmacht en het bewijs dat aan hem een erkenning als bedoeld in artikel 62 is verleend, of
b
volgens bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen regels op andere wijze voldoende zekerheid kan worden verkregen over de identiteit van de aanvrager.
Indien bij de aanvraag, bedoeld onder a, gebruik wordt gemaakt van een document als bedoeld in artikel 2 van de Paspoortwet, dient bij de aanvraag tevens een de aanvrager betreffend gewaarmerkt afschrift van de benodigde gegevens uit de basisadministratie persoonsgegevens te worden overgelegd dat niet langer dan drie maanden voor het tijdstip van de aanvraag is verstrekt. Onze Minister kan de bevoegdheid van de krachtens artikel 62 erkende persoon om de aanvraag namens de aanvrager in te dienen beperken tot één of meer specifiek voor die persoon met name te noemen instanties. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels vastgesteld ter zake van de voorwaarden waaraan degene aan wie ingevolge artikel 62 een erkenning is verleend, dient te voldoen om als gemachtigde, bedoeld onder a, op te treden.
2
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de verplichting om persoonlijk te verschijnen niet geldt ten aanzien van de aanvrager van een kentekenbewijs, afgegeven ter zake van de opgave van een kenteken als bedoeld in artikel 38.
3
Indien de aanvraag geschiedt door een in Nederland gevestigde rechtspersoon die dient te zijn ingeschreven in een daartoe bij de wet aangewezen register of waarvan de onderneming dient te zijn ingeschreven in het handelsregister, geldt de verplichting om persoonlijk te verschijnen voor degene die krachtens de statuten bevoegd is de rechtspersoon te vertegenwoordigen. Indien er meerdere personen bevoegd zijn de rechtspersoon te vertegenwoordigen, geldt de verplichting voor een van hen. Een persoon die bevoegd is de rechtspersoon te vertegenwoordigen, kan bij gemachtigde verschijnen.
4
Indien de aanvraag geschiedt door een in Nederland gevestigde rechtspersoon die niet behoeft te zijn ingeschreven in een daartoe bij de wet aangewezen register of waarvan de onderneming niet behoeft te zijn ingeschreven in het handelsregister, geldt de verplichting om persoonlijk te verschijnen voor degene die door die rechtspersoon is gemachtigd tot de aanvraag van het kentekenbewijs.
5
De aanvraag van een kentekenbewijs dient te geschieden overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels. Bij ministeriële regeling worden voorschriften vastgesteld ter uitvoering van die regels.
6
De in het vijfde lid bedoelde regels kunnen mede dienstbaar zijn aan de heffing van de belasting van personenauto?s en motorrijwielen en van de motorrijtuigenbelasting alsmede aan de afdracht van de krachtens een algemeen verbindend verklaarde overeenkomst op grond van de Wet milieubeheer verschuldigde afvalbeheersbijdrage voor autowrakken.
7
Bij de in het vijfde lid bedoelde regels kan worden bepaald in welke gevallen het motorrijtuig of de aanhangwagen, waarvoor een kentekenbewijs wordt aangevraagd, voor een onderzoek ter beschikking moet worden gehouden.
8
De Dienst Wegverkeer is bevoegd te vorderen dat de aanvrager van een kentekenbewijs een door of vanwege Onze Minister van Financiën afgegeven bewijs overlegt, waaruit blijkt dat ter zake van het motorrijtuig of de aanhangwagen verschuldigde belastingen en rechten zijn voldaan.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AF0425, Eerste aanleg - enkelvoudig, 01/03661 PV
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    30-10-2002
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Kentekenhouder belastingplichtig ex art. 225 .5 Gemeentewet, ook als hij niet de feitelijke houder is en de auto uitsluitend bij wege van vriendendienst op zijn naam is gezet.
  •